16 nov
2014

 
Lieve oma Lis
 
Monique en ik waren als buurmeisjes jarenlang onafscheidelijk. En hoewel je het misschien niet achter me had gezocht, ik was jaloers op haar.
Want zij had jou. Een oma maar zo durfde ik je niet te noemen, want hoe oud was je toen, 55? Mijn beide oma’s waren de tachtig al ruim gepasseerd. Ik logeerde regelmatig in Den Haag en ging voor het eerst samen met jou in de tram, naar de zee bij Scheveningen. Je was energiek en genoot van alle drukte en gezelligheid. Vragen stelde je niet uit aardigheid of om de stilte te doorbreken. Ik voelde je oprechte interesse. Altijd beschaafd in je voorkomen en je articuleerde prachtig, met die typisch Nederlands-Indische dictie. Maar verreweg het mooiste aan jou vond ik je zachte, milde glimlach. Ja, ik was een beetje verliefd op je, zoals alleen een klein kind dat kan zijn.
Ons gezin emigreerde naar Italië en de buurmeisjes groeiden abrupt uit elkaar. We probeerden het op te pakken toen ik na drie jaar terug naar Nederland kwam, maar het werd nooit meer hetzelfde. Ik zag jou pas later terug, op een verjaardag: ik herinner het me als de dag van gisteren.
Monique deed de voordeur open en ik hoorde een langzaam, opzwepend gejoel vanuit de huiskamer.
‘Maaike…Maaike… MAAIKE…. MAAIKE!!’
Opa Gerald en jij waren iedereen in de woonkamer aan het opjutten.
Je stond op en pakte mijn hoofdje beet.
‘Wat fijn je weer te zien, lieverd!’, zei je zacht.
Ik heb me nog nooit zo welkom gevoeld. Lees meer…

12 nov
2014

Attachment-1
 
Als ik in de supermarkt niet bij de bovenste plank kom, vraag ik aan de leukste man die ik zie of hij mij kan helpen. Desnoods klim ik zelf in het schap, want ik ben heel lenig. Klein zijn is fijn, ik kan me prima redden. Mijn geringe lengte is nooit een issue geweest.
Tot die ene avond.
Ik heb gitzwart, dik haar dat over mijn schouders valt. Naast een voluptueuze boezem heb ik eindeloos lange, slanke benen. Ik ben op z’n minst 1 meter 80 en ga op pad met mijn mannelijke collega. Tussen ons hangt een fijne, beheersbare spanning. Hij is verliefd op me en zoekt mijn blik. Dat neem ik hem niet kwalijk: mijn grote, donkerbruine ogen hebben een onweerstaanbare aantrekkingskracht op mijn omgeving.
(O ja, voordat je een verkeerd beeld krijgt, ik ben mooi en niet ordinair. Eerder van een zeldzame klasse, zoiets voel je.)
We slenteren hand in hand over de boulevard, zijn lichaamsgeur ruik ik met vlagen door de zwoele zeebries heen. Hij draait zich om, ik kan hem recht in zijn ogen aankijken. Ik zit op zijn niveau. Hij opent zijn mond en ik hoor een heel scherp geluid. Het is een rare, slakende gil.
De spelende buurkinderen ontwaken me abrupt uit mijn droom.
Godsamme. Lees meer…

03 nov
2014

blurred_lines

 
‘Weet je zeker dat het hier is?’ We aarzelen als we het gebouw binnenlopen. Het is alsof we naar een ballroomwedstrijd gaan. Zo’n grote dansvloer heb ik nog nooit gezien. Het is niet de hippe Italiaanse discotheek die we verwachten. Ons clubje van vier is klein vergeleken met de afvaardiging Italiaanse jongens die aan de overkant staat. Zoals dat in Italië gaat: een avond uit doe je met een man of twintig. Vaak is het familie. De samenstelling intrigeert me. In mijn gedachten dwaal ik af, bouw ik wankele constructies.
Na een tijdje voel ik ogen in mijn rug. Ik draai me om: het is geen typische Italiaan, meer de Zuid-Duitse variant. Hij is slank en heeft een mooie slag in z’n blonde haar. We hebben kort oogcontact want de mannen eisen zijn aandacht. Ook goed, wuif ik weg. Bovendien is hij niet mijn type: rustig, nonchalant.
Na twee cocktails is het eindelijk gezellig. Martine is de fase van zachtjes praten voorbij en schreeuwt ons van alles toe waarbij ze haar handen theatraal in de lucht gooit. Ze kijkt wazig. Zo, die gaat snel, als ze dit tempo aanhoudt kunnen we haar over een half uur opvegen. Ik haal een glas water voor haar en een single malt voor mezelf.
Als ik terugloop zie ik hem in een hoek staan, met zijn rug tegen een paal aangeleund.
Nonchalant.
Hij kijkt naar mijn whisky en maakt een proostend gebaar met zijn glas. Wat is hij zelfverzekerd. Ik lach. Zijn oogopslag snijdt door mijn lijf.
Een beetje kortsluiting, niks bijzonders. Lees meer…

27 okt
2014

‘Neen, helaas. Ik heb voor U geen andere tafel, we zitten helemaal vol.’
Lichtelijk teleurgesteld nemen we plaats aan het minuscule tableautje, dat zich verraderlijk dicht naast de deur bevindt. Het zwarte velours gordijn moet de tocht tegenhouden, maar dat is niet het geval. Niet klagen, we zitten wel bij de meest populaire Italiaan in Antwerpen. Er is overigens niks Italiaans aan de naam Ferrier 30. Gelukkig ziet de gastheer er als een Latijnse homo uit: hij heeft een strakke broek aan, is net iets te bruin en is zeer verzorgd. De kale man heeft een vette walm Acqua di Parma bij zich. Het is hartverwarmend hoe nepotisme in deze Belgische uitsparing hoogtij viert: het gros van de eters is of vaste klant of huisvriend. De benadering door het bedienend personeel (100% mannelijk) is nederig, bijna slaafs. De overige tafeltjes voor twee, daar waar wij zo graag hadden willen zitten, zijn in no time bezet door een paar mannelijke stellen. Na het zoveelste koppel moeten we lachen zodra het gordijn open gaat. De gastheer zegt blij: ‘Oh ik dacht, gij komt niet meer!’ en veegt daarbij van opluchting het denkbeeldige zweet met zijn pols van het voorhoofd.
Wat een drama. Lees meer…

08 okt
2014

Ik lig als een vaatdoek op het voordek. Al urenlang. We kabbelen midden op de oceaan, ergens tussen twee Kaapverdische eilanden. Er staat geen zuchtje wind en toch ben ik hondsziek. Door het deinen van de oceaan is mijn evenwichtsorgaan volledig de weg kwijt. Ik crepeer als een aangespoelde walvis.
Wat een mindfuck: een klein orgaan laat je alle kleuren gal overgeven en als het lang genoeg duurt, ga je nog hallucineren ook. Ik moet in die helblauwe oceaan duiken. ‘Dan ben je acuut verlost van die ellende. Doe het dan…’, spookt er door mijn hoofd. Ik lig vlakbij de enige oplossing, sterker nog: ik ben er maar één sprongetje van verwijderd. Het lukt niet eens om op te staan.
Kijk,’ gilt Leonie enthousiast. ‘Daar bij de boeg… dolfijnen, ze zwemmen met ons mee. Wat zijn het er veel!’ De oeh’s en aah’s klinken in stereo.
Ik kan en wil niet kijken. Niet nu.
‘Breng me aan wal. Gaat er nog iemand werken op dit slavenschip?’ Lees meer…

29 sep
2014

621A6F37-020A-4D4A-877B-13654E1A08F9_2

 
Er lag een bol wol in een schitterende kleur, het was niet rood maar ook niet bruin. Ik kon temidden van al die pluizige vacht niet zien waar nu het hoofd lag. Toen ik dichter bij de tralies kwam, keek ze op.
Ik schrok. Wat keek deze poes boos. Iets klopte niet, want ze spinde meteen en gaf mijn wijsvinger een kopje. Wat lief.
‘Tja, dat is ons Roosje, die zit hier al een hele tijd. Ze is een typische Pers. Echt een schat maar omdat ze zo doorgefokt is heeft ze een platte snuit. Het lijkt alsof ze boos kijkt. Ik denk dat daarom niemand haar wil hebben,’ het Leids asielmeisje had de status van Roosje al geaccepteerd. Ik niet. Het meisje haalde haar uit het kleine hok en zette Roosje buiten neer, die rende meteen door het kattenluik weer naar binnen.

‘Het is beslist geen buitenkat.’
Daar moest ik om lachen.
‘Verder weten we weinig. Ze is in de Merenwijk gevonden, de dierenarts schat haar een jaar of vier. Ze zat onder de klitten toen ze binnenkwam. We moesten haar eerst met een tondeuse scheren. Maar dat vond ze geen probleem, ze spinde vanwege alle aandacht.’
Roosje werd het. Ik had geen oog meer voor de overige behoeftige en zielige katten. Toen ik haar meenam miauwde ze alleen in de auto. In elke bocht. Afgezien van de giftige geuren uit de kattenbak was er verder niks katachtigs aan Roosje. Lees meer…

21 sep
2014

yIdlmSvfSZCyGkCkLt0P_lucaslof_2

 
We laten de hond uit en lopen samen het immense korenveld in. Het koren staat hoog, het nodigt uit. Mijn dochter knijpt haar ogen dicht als ze zich omdraait, de namiddagzon schijnt fel.
“Wat is waarheid eigenlijk? Iets dat echt waar is?”
Ze fronst, houdt haar hand tegen het voorhoofd, zo kan ze me beter zien. Ik ontwijk bewust haar blik, de vraag is heftig en hij heeft me volkomen verrast.
“Waarheid verschilt. Voor jou is het anders dan voor mij. Je vult hem zelf in, net als een tekening. Er is niet één waarheid waar iedereen in gelooft.” Lees meer…

12 sep
2014

Vgu1RUfKT3WN1ZYxSWaR_14672519443_13d8873062_k
  
‘Heb jij het je ouders al verteld?’
Ze buigt voorover met een bos, wild krullend haar en kijkt me indringend aan.
‘Nee’, zeg ik. ‘Dat ben ik niet van plan.’
‘Denk er goed over na, ik zou het vreselijk vinden als een van mijn dochters hetzelfde overkomt en ze niet het idee heeft dat ze het met mij kan bespreken.’
Elsbeth is mijn vertrouwenspersoon op het werk. De creatieve losbol van het bedrijf. Haar woorden beklijven, het zinnetje galmt de rest van de dag door mijn hoofd. Daardoor twijfel ik. Ik weet dat mijn vader onvoorwaardelijk van me houdt. En ik kan zijn steun wel gebruiken… Lees meer…

09 sep
2014

Bij een regiomanager denk ik aan een bleke kantoorklerk die hele dagen in de auto zit. Je kent ze vast wel, Opel-rijders met hun sedan tot aan het dak gevuld met dozen. Ze hebben standaard verkooppraatjes, een suf grijs pak en een nietszeggend hoofd. Onze begeleider Bart, is allesbehalve dat. Het is een joviale zestiger met de levenslust van een tiener. Rijdt in een BMW. Hij draagt wel een grijs pak, maar met hippe schoenen.
Dankzij Bart weet ik binnen een uur alles over Günther, dé grote baas van de Duitse fabriek. Günther belichaamt de Gründlichkeit. Het is, als ik Bart moet geloven, een serieuze Herr die honderden miljoenen op de bank heeft staan maar gewoon in een bescheiden huis woont. Wil zijn zoon hem opvolgen? Prima, laat hem onderaan beginnen. Keihard werken, zoals hij dat vroeger ook deed. En o ja, kom NIET aan zijn familie. Ooit haalde een manager, die vanwege privéproblemen zich in een plaatselijke kroeg bezatte, het in zijn hoofd om Günthers familie te beschimpfen. De eerstvolgende werkdag stond’ ie om vijf over acht weer op de stoep. Zonder baan. Want misdragen en kwaadspreken, das macht man in Günther’s bedrijf einfach nicht. Lees meer…

08 sep
2014

20131016_Moniek_aansorgh_Fotografie_026
 

Er gaat geen dag voorbij dat mijn oudste dochter NIET een glas omver stoot, een bak met loombandjes laat vallen of tot haar ellebogen in de Nutella zit. Dat doet zij overigens nooit expres, ze is nu eenmaal met hele andere, belangrijke dingen bezig. Ze is een bijzonder creatieve geest. Knutselen is iets waar ze volledig in opgaat. En dan niet met doorsnee spullen. Nee, zij ziet overal kunst in. ‘Bewaar je die kassabon voor me? Dan kan ik er een beestje van maken samen met dat oude lint van oma.’ Haar lichaampje beweegt net als een vlinder: dwarrelend, nauwelijks te vangen. Soms onhandig en bij vlagen stuurloos. Ze schrikt van harde geluiden, bij het doortrekken van de wc drukt ze de handen tegen haar oren. Vergeleken met de rest van ons gezin is Puck sloom, op het trage af.
Ik ben een eeuwig draaiende turbomotor en dat botst. Elkaar begrijpen lukt niet altijd. Lees meer…