Attachment-1
 
Als ik in de supermarkt niet bij de bovenste plank kom, vraag ik aan de leukste man die ik zie of hij mij kan helpen. Desnoods klim ik zelf in het schap, want ik ben heel lenig. Klein zijn is fijn, ik kan me prima redden. Mijn geringe lengte is nooit een issue geweest.
Tot die ene avond.
Ik heb gitzwart, dik haar dat over mijn schouders valt. Naast een voluptueuze boezem heb ik eindeloos lange, slanke benen. Ik ben op z’n minst 1 meter 80 en ga op pad met mijn mannelijke collega. Tussen ons hangt een fijne, beheersbare spanning. Hij is verliefd op me en zoekt mijn blik. Dat neem ik hem niet kwalijk: mijn grote, donkerbruine ogen hebben een onweerstaanbare aantrekkingskracht op mijn omgeving.
(O ja, voordat je een verkeerd beeld krijgt, ik ben mooi en niet ordinair. Eerder van een zeldzame klasse, zoiets voel je.)
We slenteren hand in hand over de boulevard, zijn lichaamsgeur ruik ik met vlagen door de zwoele zeebries heen. Hij draait zich om, ik kan hem recht in zijn ogen aankijken. Ik zit op zijn niveau. Hij opent zijn mond en ik hoor een heel scherp geluid. Het is een rare, slakende gil.
De spelende buurkinderen ontwaken me abrupt uit mijn droom.
Godsamme.

In één ruk trek ik mijn dekbed omhoog en kijk naar beneden.
Helaas daar liggen ze, mijn witte, korte benen. De pootjes die, op welke wijze ik ze ook in het bed neerleg, nooit in de buurt van een voeteneinde zullen komen. De boezem is er wel, maar die is minder indrukwekkend zonder een strakke buik. Bij het opstaan voel ik, voor het eerst in mijn leven, alsof mijn huid te krap is voor het lichaam dat het omhult. Ik zit opgesloten in een te krappe kist. Ik wil eruit!
Vind je het gek? Ik zit samen met die boomlange, tropische schoonheid in de kist. En zij kan er ook niet uit. Dat is op een wrange manier een troostende gedachte.
In de badkamer zie ik mijn spiegelbeeld. De teleurstelling druipt van mijn ochtendgezicht. Het is toch echt allemaal van mij. Dat typische kinnetje, die dikke wangen, dat Europese hoofd. Dromen zijn bedrog.
Wat had je dan gedacht….?
Maar een half uur later loop ik wel met een brede glimlach op straat. Hoe fijn is het om te ervaren dat je om je lichaam aanbeden wordt? Sterker nog, dat jij by far het lekkerste wijf van het zuidelijk halfrond bent.
Wat ik ook doe, die zelfingenomen grijns blijft de rest van de dag zitten.
En ik heb nog nooit zoveel sjans gehad.