Ineens is het pikkedonker. Ik knipper met mijn ogen, er is geen verschil tussen open of dicht. Shit. Ik sta aan de grond genageld. Mijn tenen zijn ijskoud, de mond is droog. Het begin van paniek.
‘Kom mee,’ zegt hij. ‘Ik denk dat het licht uitgevallen is.’
Duh… slimmerd, denk ik. Omdat hij zijn hand zacht om die van mij vouwt, houd ik de rake opmerkingen voor me. De aanraking is vreemd maar het voelt toch fijn.
‘Ben je bang?’ Wat een diepe stem. Hij is rustig.
‘Nee..’ lieg ik. Ik zweet sowieso peentjes in kleine ruimtes waar veel mensen zijn. Met mijn 1.60 meter voel ik me ommuurd door alle andere ruggen. De zaal is afgeladen, de band was klaar met spelen. De hitte is voelbaar. Als ik dan ook geen hand meer voor ogen zie…. Hij moet het kreetje dat ik slaakte gehoord hebben.
Ik laat me leiden, best raar eigenlijk. Want door wie? Is het de kale man die voor me stond?
‘Er is niks aan de hand. Ik weet de weg, ik werk hier.’ Hij sluist me tussen een groep stoerlachende, halfdronken mannen door, ik trap met mijn hoge hakken op een hoopje plastic en glijd bijna uit. Dan voel ik z’n arm om mijn middel. Ik laat het toe want zijn grip is ferm. Ik houd van sterk. Lees meer…
Ik sta op de groenteafdeling als ik haar in mijn vizier krijg. Ik doe wat ik altijd doe: met een hele wijde boog om deze dame heen lopen. Ontwijken kan helaas niet meer. ‘Joehoe, Maaike! Je zag me wel!’
Betrapt.
Ze komt met grote stappen op me af. Het voorhoofd in een strakke frons, met golvende rimpels eromheen, de ogen staan donker. Haar stem doet me ineenkrimpen. ‘Zeg… ik wil even met je praten.’
Ik forceer een lach. Ik wil dit niet. Ze ziet het, kijkt me indringend aan, buigt voorover zodat we op elkaars ooghoogte zijn.
Dan fluistert ze zacht: ‘Het is echt heel belangrijk.’ Me dunkt. Ze ziet er triest en doodongelukkig uit.
Ik leg uit dat ik weinig tijd heb, maar we kunnen snel een kopje koffie doen in een bar om de hoek.
‘Prettig, want het is geen onderwerp voor in de supermarkt’, verzekert ze me. Lees meer…
Ik leg haar stokstaart terug in bed en doe het licht uit. Ze murmelt lief, heeft een glimlach op het slapende gezicht. Morgen wordt ze vier. Mijn Charlie, die bij iedere overdracht de handen van haar ouders vastpakt en ze, met een begeleidend dansje, hoopvol samenvoegt. Charlie, die graag alles lijmt. Me hevig verontwaardigd een reprimande geeft wanneer ik de hond corrigeer. ‘Niet zo boos doen mam, daar schrikt hij van!’
Charlie, die vijf keer per dag een optilknuffel wil en verliefd is op Yaya, een muzikant uit Parijs omdat ‘zijn stem net die van een engel is’.
Het moet precies dezelfde taart zijn, thema Minnie Mouse in blauw met witte stippen. Vorig jaar was het een succes. Ook hoog op de verlanglijst: een enorme paardenranch van Playmobil. Lees meer…