Coffee2
 
Ik sta op de groenteafdeling als ik haar in mijn vizier krijg. Ik doe wat ik altijd doe: met een hele wijde boog om deze dame heen lopen. Ontwijken kan helaas niet meer. ‘Joehoe, Maaike! Je zag me wel!’
Betrapt.
Ze komt met grote stappen op me af. Het voorhoofd in een strakke frons, met golvende rimpels eromheen, de ogen staan donker. Haar stem doet me ineenkrimpen. ‘Zeg… ik wil even met je praten.’
Ik forceer een lach. Ik wil dit niet. Ze ziet het, kijkt me indringend aan, buigt voorover zodat we op elkaars ooghoogte zijn.
Dan fluistert ze zacht: ‘Het is echt heel belangrijk.’ Me dunkt. Ze ziet er triest en doodongelukkig uit.
Ik leg uit dat ik weinig tijd heb, maar we kunnen snel een kopje koffie doen in een bar om de hoek.
‘Prettig, want het is geen onderwerp voor in de supermarkt’, verzekert ze me.

Ze loopt naast me op de stoep. Ze is lang, de hoekige, brede schouders steken uit de beige trenchcoat, de haren chique opgestoken. Veel te veel make-up op het vermoeide gezicht.
Ook al weet ik dat ze tieners heeft, haar leeftijd is niet te schatten.
Ik heb mijn jas nog niet uit of ze begint al met het verhaal. Iets zit duidelijk dwars. ‘Moet je luisteren, die blogs van jou, in het begin vond ik ze niks. Ik like ze ook nooit.’
Ik ben niet met haar bevriend op Facebook, maar dat terzijde.
‘Ik ben erachter waar ik moeite mee heb. Het is jouw kwetsbaarheid. Het irriteert me,’ ze heeft nu een hele zachte stem.
Net op dat moment komt iemand de bestelling opnemen.
Waarom zit ik hier eigenlijk? Uit nieuwsgierigheid. Tot nu toe heb ik niks gezegd en ik laat het zo. Ik geef haar tien minuten, bedenk ik. Want ze is eerlijk.
‘Ik denk dat het aan mezelf ligt. Ik vind het dapper hoor dat je dit besluit hebt genomen. Zal vast moeilijk zijn geweest met zulke jonge kinderen. En als ik je dan in je autootje zie zitten denk ik: tja, daar zou ik me dus voor schamen. Zo ontzettend terug bij af zijn.’
Het idee in mijn auto te rijden is al teveel.
Nu weet ik weer waarom ik haar graag ontwijk.
‘Anyway. Hoe wist jij dat het tijd was?’
Het is de eerste keer dat ze mij een vraag stelt sinds we elkaar in de supermarkt tegen zijn gekomen. De vraag komt niet voort uit interesse.
Ik roer door mijn cappuccino.
‘Waarvoor?’ Alsof ik niet weet wat ze bedoelt.
Ergens geniet ik van haar oncomfortabele houding. Ze moet iets van me.
‘Nou, dat het over is. Dat je wilde scheiden.’
Ik zucht.
Uiteraard vertel ik niet dat de spreekwoordelijke druppel wel 6 keer viel. Dat ik nadacht over de toekomst van mijn dochters. Hoe zij liefde zullen ervaren. Wat als de oudste mijn leeftijd heeft en in precies dezelfde situatie zit? Wat zal ik haar als moeder dan adviseren?
Precies dat moest ik zelf doen. Niet doorgaan totdat de liefde volledig weg is. Je kinderen leren dat liefde goed voelt.
Natuurlijk zeg ik het deze koude mevrouw niet.
‘Ik zat aan de keukentafel en las de krant. Daarin stond een interview met een boer uit Boer zoekt Vrouw. Vergeef me, ik ben zijn naam kwijt.’
Ze knikt en zit op het puntje van haar stoel. Ze wil geen woord missen. Een oud, gretig kind.
Ik heb medelijden met haar en toch is ze bijzonder onsympathiek. Achter dat harnas zit vrees ik, niks. Of ik herken het niet, dat kan ook.
‘Die boer, hij was zo’n dikke twintig denk ik, had het over het huwelijk van zijn ouders. Dat er thuis altijd spanning heerste, ze nooit iets met z’n allen deden. Niks werd uitgesproken. Het resultaat was belangrijk, niet wie je was of wat je voelde. Toen hij als 18-jarige een avondje in de kroeg zat belde zijn moeder. Of hij naar huis wilde komen, ze had ’m wat belangrijks te vertellen. Zijn ouders hadden de scheiding aangevraagd. Tot ieders verbazing zei hij: ‘Goed zo. Eindelijk. Dit hadden jullie echt zoveel eerder moeten doen.’
Ze is er stil van.
Ik sta op, knoop mijn jas dicht en leg wat geld neer voor de koffie.
‘Ik ga nu naar mijn autootje als je dat goed vindt. Het beste ermee.’
Ze knikt.