,,Wat een nacht.” Mijn stem klinkt rauw, oud en krakerig. Zo laat naar bed gaan, ik kan er niet meer tegen. Hij lacht en ligt vlak naast me. Op de een of ander manier vlecht hij me altijd in zijn draai mee s’ nachts zodat ik aan het laatste reepje zijkant van het bed wakker word. Na een maand chronisch slaaptekort heb ik daar nu wat moeite mee. Ik rol hem daarom met twee armen, voorzichtig doch stevig, terug op zijn rug. Van me af. Even wat ruimte. “What?” vraagt hij terwijl hij zijn arm weifelend omhoog houdt. ‘”You don’t like to see my face today?”
Carlos is er. Daar kan niemand omheen. Hij is veel en overal aanwezig. Zijn stem zwaar, zijn lach schaterend. Alles aan hem is intens. De godganse dag muziek in huis. Als we met z’n vieren spelletjes spelen is de melancholische mondharmonica ons achtergrondgeluid. Iets wat eigenlijk alleen de kat op waarde schat. ,,Houd eens op, dat is echt heel irritant,” blaft Puck. Voor de meiden is het samenwonen ook wennen. Ze maken Carlos de komende tijd intensiever mee dan hun eigen vader. Lees meer…