‘Ik loop mee tot aan mijn boom en dan ga ik terug’, zei ze resoluut, in deftig Nederlands. Ze had het witte, lange haar opgestoken met een kam. De huid was rimpelig maar haar ogen straalden.
De boom bleek een eik, die ze zelf als kind geplant had. Hij staat op landgoed Dorth en we waren er op uitnodiging van Natuurmonumenten. Omwonenden mochten actief meedenken over het behoud van het bos. De dame leefde op toen ze haar eik ontdekte. Zij woonde als kind met haar familie in het huis van Dorth. En heeft heerlijke herinneringen aan die tijd, al woont ze al jaren niet meer in de buurt. ‘Ik heb zo genoten van mijn jeugd hier. Zwemmen in de zwemvijver, we hadden een tennisbaan, samen spelen in het bos. En dit, oh dat was echt mijn lievelingslaantje,’ ze wees het met trillende vinger aan. Ineens zag je een spoor van het meisje dat ze ooit geweest was.
Toen ze terugliep zei ze tegen de boswachter: ‘U zei net ‘lange dijk’. Maar het heette gewoon lange diek, hoor.’
Ik wil de eik en haar lievelingslaantje in ere houden.
De rest maakt me niet uit.