‘Maar waar was jij?’

Een belachelijk groot aanbod, een filter eroverheen, inzoomen, uitvergroten. Staan de grootouders er wel vaak genoeg op? Aan ieder exemplaar heb ik minimaal drie dagen gewerkt. Uiteindelijk lukt het me elk jaar weer om een dik fotoboek vorm te geven. En het is, zoals dat zo mooi heet, een prachtig aandenken. Ik sta met een stapeltje van die boeken in mijn handen vanwege een kleine verbouwing. Tijd om de oudste in te wijden, die gaat nu naar school en heeft duidelijk plezier in (baby)foto’s kijken.
‘Maar waar was jij?’
Ze vraagt het vanaf de eerste bladzijde, meerdere malen en kijkt gekwetst, een beetje boos. Hoe stom dat mijn moeder daar niet bij was.

Ja, waar was ik?
IK STOND ACHTER DE CAMERA, BELANGRIJKE MOMENTEN IN BEELD TE BRENGEN. BANG DAT WE ZE MISSCHIEN ZOUDEN VERGETEN. IK HEB DIE PRACHTIGE BABYFOTO’S VAN JOU GEMAAKT.
Ik wil mijn antwoord niet deze emotionele lading geven. Bovendien is het een goede vraag.
‘Ik was er wel bij’, zeg ik. ‘Ik heb de foto’s gemaakt.’
‘Oh’.
Het antwoord is voor haar toereikend, het zet mij aan het denken. Al bladerend ontdek ik dat ik inderdaad sporadisch in haar boeken voorkom. Welke foto’s had ik dan van mezelf moeten plaatsen? Die van vlak na de bevalling? Dat wil ik niemand aandoen. De eerste vakantiekiekjes van het gezin? Toen was ik allesbehalve gelukkig in mijn nieuwe rol… Ik zie nu dat ik me heb verscholen achter de camera en alle oneffenheden op de computer netjes heb vervaagd.
Terwijl ik mijn dierbaren in beeld bracht, heb ik mezelf weggewist.