‘Neen, helaas. Ik heb voor U geen andere tafel, we zitten helemaal vol.’
Lichtelijk teleurgesteld nemen we plaats aan het minuscule tableautje, dat zich verraderlijk dicht naast de deur bevindt. Het zwarte velours gordijn moet de tocht tegenhouden, maar dat is niet het geval. Niet klagen, we zitten wel bij de meest populaire Italiaan in Antwerpen. Er is overigens niks Italiaans aan de naam Ferrier 30. Gelukkig ziet de gastheer er als een Latijnse homo uit: hij heeft een strakke broek aan, is net iets te bruin en is zeer verzorgd. De kale man heeft een vette walm Acqua di Parma bij zich. Het is hartverwarmend hoe nepotisme in deze Belgische uitsparing hoogtij viert: het gros van de eters is of vaste klant of huisvriend. De benadering door het bedienend personeel (100% mannelijk) is nederig, bijna slaafs. De overige tafeltjes voor twee, daar waar wij zo graag hadden willen zitten, zijn in no time bezet door een paar mannelijke stellen. Na het zoveelste koppel moeten we lachen zodra het gordijn open gaat. De gastheer zegt blij: ‘Oh ik dacht, gij komt niet meer!’ en veegt daarbij van opluchting het denkbeeldige zweet met zijn pols van het voorhoofd.
Wat een drama.

 
Het lijkt of alle aanwezigen meedoen aan dit theaterstukje voor intimi, maar dat kan aan mij liggen. Of aan dat massieve, zwarte musicalgordijn. Zo lijkt iedere gast onderdeel van een openingsact. Wij, twee Nederlandse guitige vriendinnen, roddelen op ongepaste wijze. Alsof we trots zijn op het feit dat we er niet helemaal bij horen. Een beetje misplaatst maar kom op zeg, het is ook ónze avond uit.
Niet dat ik een hekel aan homo’s heb, sterker nog als twintiger ging ik regelmatig met mijn Italiaanse (homo)vrienden Fabio en Simone naar een gaybar in Verona. Daar zijn dingen aan mijn netvlies voorbij gegaan die me achteraf best bespaard hadden mogen blijven. Mede gevoed door die ervaringen voel ik nattigheid in dit restaurant… Ik herken die bittere, penetrante spermageur en dwaal in mijn gedachten af naar het verleden. Waarom moeten ze het zo overdreven etaleren? En wat boeit mij het eigenlijk? Het gaat me toch om het eten?
Het heden en het verleden vervagen zodra de pasta op tafel komt. De linguine alle vongole is goddelijk lekker, om je vingers bij af te likken.
 
Wij hebben onze status aparte geaccepteerd en genieten met volle teugen van het dessert. Omdat het nog wel een eindje lopen is, besluit ik na de sgroppino naar het toilet te gaan. Ik daal de trap af en beland in een vage kelder. Het zaaltje maakt, op wat stoelen na, een verlaten indruk. In de ruimte bij de wc’s liggen mannenmagazines. Geen Playboy of Men’s Health, maar Winq en een woontijdschrift. Tijdens het wassen van de handen ruik ik door de heerlijke zeepgeur een bittertje. Iets penetrants en het is allesbehalve een grote boodschap…
Ik ben nog nooit zo snel na het betalen van de rekening vertrokken.
De volgende dag lunchen we bij ons favoriete Antwerpse adresje aan het Vleminckveld. Bij Symforosa bakken ze de hele dag broodjes en hartige taarten voor iedereen. Het personeel is warm, vriendelijk en werkt keihard voor een wijd publiek. Het is geen corrupte gaybar.
Maar belangrijker: het ruikt naar quiche.
 
foto 4