Een tijd geleden wilde ik als nieuwkomer in Bathmen mijn dochter naar de peuterspeelzaal in het dorp brengen. Het leek me goed voor haar sociale ontwikkeling. ‘Welke postcode heeft u? Oh, dan valt u onder de Rythmeen.’ Er zijn drie openbare scholen in het kleine dorp, waarvan twee even ver van ons huis verwijderd zijn. De school die echt op steenworp afstand ligt, daar komen we gek genoeg niet voor in aanmerking. Nietsvermoedend gaf ik in het telefoongesprek aan dat ik eerst eens een kijkje wilde nemen. ‘Huh?’ klonk het aan de andere kant. ‘U heeft geen keuze, laat dat duidelijk zijn. Uw kind moet sowieso naar de Rythmeen, of u dat wilt of niet…’ OF U DAT WILT OF NIET, galmde het in mijn hoofd. Bathmen ligt in Nederland, toch? Vrijheid van onderwijs. Dacht ik. Dus hoezo heb ik niets te kiezen? Ik stond op scherp.

Maar mijn beschaafde nuchterheid overheerste: laten we maar eerst eens kijken hoe ze het doet. Niet goed. Mijn dochter, die graag met andere kinderen speelde, werd in een mum van tijd een huilerige, angstige muurbloem. Ze kwam in ieder geval niet goed tot haar recht in de (dan druk me ik nog mild uit) ongestructureerde, chaotische sfeer. Als ik die peuteropvang al niks voor haar vind, hoe zal het dan op de aangrenzende basisschool zijn? Ik maakte een afspraak met de directrice. Zij verontschuldigde zich voor de troep en wanorde die er in de gangen en klassen heerste. Toen ze me met scheve ogen zag kijken naar de berg van bekers en lunchboxen die in een hoek tot aan het plafond reikte, haalde ze haar schouders op en zei: ‘Let niet zo op de troep, we gaan binnenkort verbouwen.’ Totale anarchie. Prima als andere ouders daar vrede mee hebben, maar ik vind het geen geschikte plek voor míjn kind.

De zoektocht naar een goed alternatief werd vrij snel grimmig. Het gesprek dat ik bij school nr2 wilde hebben werd me afgeraden. ‘Het heeft toch geen zin, u zit niet in het juiste postcodegebied.’
Hoe haalde ik het in mijn hoofd, zomaar op gesprek te gaan? De directrice van deze school stelde zeer suggestieve vragen. Ik moest haar eerst maar eens uitleggen waarom ik mijn kind niet op de andere school wilde hebben… Ronduit stuitend was de reactie van de onderwijsambtenaar in Deventer. Hij schermde met: ‘er zijn wel eens rechtszaken geweest maar als uw kind geen medische noodzaak heeft verliest u het zeker’ en ‘dit beleid wordt al jaren zeer strikt gevoerd om te voorkomen dat één school met te weinig leerlingen zit en de andere school er teveel heeft.’
De felheid in de reacties van alle instanties en leidinggevenden was buiten proportie. Gelukkig kon ik mijn frustraties delen met wat lotgenoten. We besloten eens uit te zoeken wat het zou kosten als we het tot een rechtszaak lieten komen.

Ik twijfelde. Want voor wie deed ik dit? Wie wil zijn kind via de rechter een plek op school laten bemachtigen? Lijkt me een slechte start. Neemt niet weg dat ik pisnijdig kan worden van zo’n kneuterige indeling. Ik zou het prettig vinden als mijn kinderen later ook kritisch in het leven staan, buiten hun comfort zone durven gaan en niet klakkeloos dingen aannemen. ‘Waarom ging jij naar die school? Gewoon, dat deed iedereen uit de buurt. Dat was nu eenmaal onze postcode.’
Ik besloot, in plaats van het middeleeuwse schoolbeleid van de gemeente te bestrijden, mijn zoektocht naar de ideale school voor mijn dochter weer op te pakken. En wat blijkt? Niet ver bij ons vandaan, buitenaf en midden in het bos van Joppe, staat een school waar niet alleen waarden en normen hoog in het vaandel staan maar ook structuur heerst. Toen ik contact opnam en over mijn ervaring met het Battemse beleid vertelde, zei de directeur: ‘Maar mevrouw, u bepaalt toch zelf naar welke school uw kind gaat?’ Juist! Ik had ‘m eindelijk gevonden. En dat blijkt een goede keuze, mijn dochter is er nu een gelukkige kleuter. Ze doet het goed en gaat met veel plezier naar school. Haar Battemse buurjongen zit ook in de klas dus er is genoeg feeling met het eigen dorp.
Ik reken erop dat door deze bewuste schoolkeuze mijn kinderen later niet zomaar een achterhaald systeem zullen accepteren. Dat ze niet alleen respect voor hun omgeving, maar ook voor de juf, andermans spullen én elkaar hebben.