IMG_4137

 
‘Ik heb een vis gevangen! Ze spreken Nederlands op de camping en ik slaap boven in het stapelbed. Heeft papa je het filmpje gestuurd?’
Ze struikelt over woorden. Ik lach.
‘Ja, dat zag er prachtig uit…’
‘Mama, zullen we Facetimen? Dan kun je het huisje zien.’
‘Natuurlijk.’
Mijn meiden zitten met hun vader in Frankrijk, ik in Kaapverdië. Deze week heb ik het liefst een omarming die me troost biedt.

Ik zit op de bank.
Het beeld floept aan. Ik zie een woonkamer. Mijn meisjes. Puck met opvallend veel sproetjes, de haren los en een uitgeslapen hoofd. Het stelt me gerust, ze heeft het naar d’r zin.
Op het moment dat Charlie in beeld komt en iets zegt, ratelt de oudste er doorheen. Ik versta er niks van. Dan zie ik mijn kleuter. Mijn hart breekt.
Ze kijkt me aan en krijgt een gigantische huilbui.
Ik mis haar. De afstand is ineens onmetelijk groot.
Ze kruipt bij papa op schoot. Er is gepraat, hij kletst, wil geruststellen. Dan hoor ik Puck. Ik luister half want ik zie de blik van mijn jongste. De felblauwe ogen snijden dwars door mijn ziel.
Duizenden mijlen van elkaar verwijderd maar de bloedband giert door het lijf.
‘Mag ik Charlie nu even spreken?’, het komt er wat onaardig uit.
‘Ja hoor, o ja… straks komen er vrouwen langs die s’ avonds een liedje zingen voordat je naar bed gaat.’
‘Dag Puck, lekker slapen….
‘….hoi mamma.’ Het stemmetje is klein en broos.
‘Hi lieve Charlie. Ik mis je.’
‘Ik jou ook.’
Er valt een stilte. Een die alleen wij delen. Gelijke zielen, gelijke energie. Voelen. Herkennen.
Gloeiende, gloeiende wat is dit frustrerend. Als het aan mij ligt is Charlie alle dagen bij me. Niet dat mijn ex het niet goed doet of ik het nodig heb. Maar omdat iedere andere optie tegennatuurlijk voelt. Omdat Charlie vier is. Omdat ze kwetsbaar én dapper is.
Ik loop naar de wc want daar wil ik mijn tranen wegslikken.
‘Ik vind het heel moeilijk als ik je zie’, ondertussen gaat het gesprek verder. Dan wil ik je graag in mijn armen.’
‘Ik wil knuffelen.’
‘Nog drie nachten slapen dan lukt het. Daar heb ik zin in.’
‘.. ik ook.’
‘Heb je het leuk op vakantie?’
‘Ja. Soms doet Puck stom.’
‘Heb jij paard gereden?’
‘Nee.’
‘Vis gevangen?’
‘Nee. Met papa gezwommen.’
Mijn gedachten dwalen af. Ik hoor het ze zeggen: wat kan zij goed alleen spelen. Die staat haar mannetje wel. Ik zou me om haar geen zorgen maken.
Dat is een valkuil waar ik niet intrap. Zorgen maak ik me wel. Zij vraagt de minste aandacht. Ze weet wat ze wil maar strooit niet met behoeftes. Zij zoekt zelf uit bij wie ze zich veilig voelt. Iemand die begrijpt.
Dat ben ik. Ze heeft veel warmte nodig. Van. Haar. Moeder.
We kletsen een beetje over het zwembad. Dat het gisteren heet was. Haar adem wordt rustig.
Als ik ophang voel ik me iets beter.
Ik loop naar het dakterras.
‘Wat huilde ze hard toen ze je zag, ik kon het buiten horen.’Hij trekt me op z’n schoot.
‘Dat was vast moeilijk.’
Ik knik, kijk de andere kant op en zucht.
‘Maaike, ging je naar de wc om te huilen?’
Eh….
‘Ja.’
Nu geen peptalk, denk ik. Ik heb geen zin om te praten. Dat snapt hij. God bless him.. Ik weet echt wel hoe het werkt: volgende week rond deze tijd zit ik met collega’s en vrienden aan de borrel. Ergens op de Brink en wens ik dat Charlie eens van mijn schoot afgaat. Dat ze met andere kinderen speelt zodat ik even kan ontspannen.
Dan word ik de helft van de tijd geclaimd.
Maar nu is het gewoon ruk.