Ineens grijpt hij me vast. En niet zo zachtjes ook, zijn doorgaans vrouwelijke zachtheid is even helemaal weg. Bij de volgende knal klemt hij beide handen in één ferme ruk om mijn arm heen. Het liefst zou hij achter me wegduiken, maar dat lukt niet aangezien ik zoveel kleiner ben. Zijn lichaam bevriest na elke opeenvolgende knal, bijna in staccato. Het is een ijzingwekkend trauma. Ik wil hem helpen, stevig vasthouden, maar twijfel… de rij halfbezopen buurtgenoten die van het siervuurwerk staat te genieten zal me wantrouwend aanstaren. Want ik ben veertig en het bange vogeltje aan mijn arm is eenentwintig. Ook niet onbelangrijk: hij komt uit Syrië.
Laat ze lekker, denk ik en voel me daarbij gesteund door de symboliek van de jaarwisseling: hij heeft NU een knuffel, warmte nodig.

Het is de zoon van een oud-leerling van me. Ik heb hemel en aarde bewogen om de jongeman naar Nederland te krijgen. Dat lukte, wonder boven wonder. Hij is nu al vier maanden officieel asielzoeker. Ik noem zijn naam niet want zoiets blijkt in Nederland totaal overbodig. Voor COA-medewerkers, mensen van de noodopvang of de politie is hij een nummer. Voor sommige van mijn vrienden, kennissen en familie is hij Syrisch, een Arabier, vluchteling of asielzoeker. Of erger: een vreemdeling.
Dat hij gevoelig, atheïst en scherp van geest is, dat hij vloeiend Engels en Turks spreekt of een Canadese vriendin heeft is hen onbekend.
Want wie angst laat regeren ontbeert het aan echte interesse. Als het om hem gaat krijg ík juist de vragen, al gaan ze nooit over hem als persoon: Wat heeft’ ie allemaal meegemaakt? Pas je wel op? Het zijn vragen van normale mensen die dekens aan vluchtelingen doneerden na de horrorbeelden van het aangespoelde jongetje (weet jij nog hoe hij heette..? Just saying)
Dezelfde mensen die hem op straat een afkeurende blik toewerpen en hem de toegang tot een nachtclub weigeren, behalve als hij er met mijn vrienden naartoe gaat.
Er is iets goed mis met onze huidige maatschappij: het drama raakt je maar het probleem mag niet té dichtbij komen.
 
Samen met een vriend ontvluchten we het vuurwerk en uiteindelijk belanden we op een feest. De sfeer is goed, iedereen is enthousiast en uitgelaten. Hij danst midden op de dansvloer. Hij is blij, heeft een glimlach op z’n gezicht. Moedergevoelens, trots, het komt allemaal naar boven. Vooral respect. Hij merkt mijn ontroering op, loopt naar me toe en zegt: ‘Today I decided I’ll just keep on smiling at everyone who looks and stares at me. And you know what? A lot of them do smile back… eventually.’
Hij gooit z’n armen in de lucht en maakt een sprong.
Zijn naam is… Fadi. Als je iets over hem wilt weten, kun je het hem zelf vragen.
 

IMG_8170 2