Voor vrienden en intimi een bekend fenomeen: het nieuwe rieten dak. Toen we het huis kochten waren we er mooi ingeluisd want het rieten dak zag er prima uit, weliswaar geen dik pakket, maar het was in goede staat. Achteraf bleek dat de verkoper het dak had laten kammen, waardoor het er niet alleen beter uitzag (al het mos was verdwenen) maar aanzienlijk in kwaliteit achteruit was gegaan. Dus na de verbouwing, dat altijd qua kosten uit de hand loopt, stond ons een volgende kostenpost te wachten. Volgens verschillende rietdekkers kon het nog wel even mee en er was (nog) geen lekkage. Gelukkig hadden we een paar jaar de tijd om al dat geld bij elkaar te sprokkelen.

Tja, en daar zit nu juist het probleem.

 

Sparen, dat kan ik niet goed. Uitgeven wel. Nu let ik goed op het geld en sparen doe ik ook maar dat is altijd voor een korte termijninvulling: op vakantie met het gezin, met mijn vader naar Australië of een babykamer. Ook in mijn werk en bij instanties sta ik te boek als goede betaler. Ik betaal al mijn rekeningen netjes op tijd en verwacht dat mijn opdrachtgevers dat ook doen. Mijn wederhelft is echter een totaal ander persoon wat geld en sparen aangaat. Daar waar ik alleen maar mogelijkheden zie, ziet hij voornamelijk beren op de weg. En hoewel mijn enthousiasme soms wat indamming nodig heeft is niets zo dodelijk als een ‘ja, maar hebben we daar wel geld voor’ als je met een leuk idee komt of je iets nuttigs wil aanschaffen. Het genieten gaat toch een tandje minder als iemand na een geweldige avond uit zegt: ‘En nu moeten we even de hand op de knip houden.’ Wat een vreselijke uitdrukking ook. Wie gebruikt dat tegenwoordig? Vast de generatie van Calvijn, althans de taaie, zure spaarders die nog in leven gebleven zijn. Zij hebben vast een goed gevulde bankrekening, bezitten een hypotheek-vrij huis en zijn trots op het feit dat ze je de allergoedkoopste wijn kunnen aanbieden. Brrr. Als wij ons weer eens lieten gaan, zoals onlangs in New York waar we bij o.a. Nobu aten en schaamteloos veel kleding inkochten, verzuchtte mijn wederhelft: ‘Dat gaat dus allemaal van het dak af’. Deze zin was zelfs zo ingeburgerd bij familie en vrienden dat ze het regelmatig als grap op Facebook gebruikten. Het afgelopen jaar bleek de pot ineens beter gevuld dan verwacht. Meteen offertes aangevraagd en mede door goed te shoppen zijn we niet alleen op de beste maar ook de scherpst geprijsde rietdekker gestuit. Een uur geleden zijn de schaftkeet en de steigers geplaatst, volgende week gaat het echt gebeuren. Het is zo onwerkelijk. Hebben we de afgelopen jaren dan én kunnen genieten én een dak bij elkaar gespaard? Zo slecht hebben we het dus niet samen, meneer Calvijn en ik.

Of is dat gewoon mijn positieve kijk op het leven?