Ze vervaagt langzaam uit ons geheugen maar blijft bij de meisjes een geliefd onderwerp: Vasco, de poes die vorige maand met de noorderzon verdween. ‘Mila heeft haar weggejaagd,’ concludeert Puck, die het meest te lijden heeft onder de mysterieuze verdwijning. Mila is de moederpoes, de langharige, grijze Siberische dame. ‘Als we Mila naar het asiel brengen, dan komt Vasco misschien wel weer terug’.
Ach, ieder familielid heeft zo zijn voorkeur.
Ik moest denken aan wat buurman Krukkeland me ooit vertelde: als een kitten het eerste jaar overleeft, dan heeft’ ie een grote kans om oud te worden. Dan heeft het alle vier seizoenen en bijbehorende gevaren aan den lijve ondervonden. Dan weet het beest, als hij een beetje slim is, dat hij ver uit de buurt moet blijven van trekkers, 80-kilometerwegen, roofdieren en bloeddorstige erfhonden.
We leven midden tussen de steenmarters. De rotbeesten hebben afgelopen winter alle kippen in één nacht soldaat gemaakt (Harry vond een paar kippenonderdelen terug in de houtwal, het kippenhok was echt geroofd, wat een bloedbad…). En hoewel de marter bang is voor Dimple en onze sterke, halfverwilderde kater Hugo respect afdwingt met z’n postuur, vrees ik dat Vasco een hele makkelijke prooi moet zijn geweest. Niet alleen een klein, tam poesje maar vooral heel dom.
Vrienden en familie opperden Amivedi, we moesten asielcentra in de omgeving opbellen. Maar ja, laten we reëel blijven. Niemand heeft haar in het holst van de nacht gejat, we wonen buitenaf en stadse praktijken zijn hier niet aan de orde. Weglopen? Daar acht ik Vasco niet toe in staat. Na een gesprek met de jachtopzichter weet ik het helemaal zeker: Vasco is morsdood. Bruut gepakt door de buurtvos of een van de vele marters.
Vasco da Gama,
het was je laatste ontdekkingsreis.