Mijn nummer verschijnt op het digitale bord. Ik mag naar loket 17. Een meisje dat iets te enthousiast haar wenkbrauwen heeft getekend (duidelijk een Bobbi Brown-malletje) lacht naar me.
Ze overhandigt mijn nieuwe rijbewijs en wil dat ik de oude inlever.
‘Dat is goed, maar ik wil graag de foto bewaren.’
‘Nee, dat kan niet.’
‘Kun je er niet omheen knippen?’
‘Nee, alleen foto’s van rijbewijzen en paspoorten mag je houden.’
‘Ehh…Dus toch?’
De collega van loket 16 kijkt haar strak aan. Dan snapt ze de verspreking.
‘Nee, ik bedoelde foto’s van identiteitskaarten en paspoorten.’
‘Waarom?’
‘Geen idee. Dat is nu eenmaal zo.’
Nooit verder vragen bij Publiekszaken.
Het is een pasfoto uit 2004. Tien jaar geleden was ik niet alleen 28, maar ook 6 kilo lichter en had ik een echt kapsel. Het herinnert me aan mijn vrijgezelle, ongebonden leefstijl. Tot over mijn oren verliefd op een foute, Haagse journalist die ’s nachts stomdronken eieren bakte. Roosje was er toen nog, mijn Perzische huisgenoot. Maar dat zal dit meisje met de streepjes niet boeien, zij weet nog niks van die magische 28.
Nu staat, met dank aan die belachelijke voorschriften, mijn serieuze 38-jarige moederhoofd op een roze creditkaart.
Maaike: de Nissan Patrol-chauffeur, hobbyboerin uit Deventer. Toch zie ik wel een kleine, onderdrukte, glimlach.
Zelfs een pasfoto maken was vroeger leuker.