Mijn sportschool is onderdeel van de Achmea Health-sekte. Samen trainen is leuker is het credo met programma’s als Afvallen en afblijven en Fit & Vitaal. De zeven Achmea-peilers zijn beloftes. Eén daarvan is een plek waar je altijd welkom bent. Wat moet ik mij daar bij voorstellen? Een Cheers-sportcafé voor dikke mensen? Misschien wordt het eens tijd de types te benoemen die ik op zulke beloftes zie afkomen.
 

De oudjes

Of ze nu voor een fysiotherapiesessie of lesje Body Vive komen, ze hebben alle tijd en dat zul jij weten ook. Deze mensen kennen geen enkele gêne. Ze zijn zo oud dat ze de schaamte voorbij zijn. Zelden zoveel naakte, oude lijven bij elkaar gezien als op maandagmorgen in de Achmea-dameskleedkamer. Omdat ze koste wat kost een gesprek met je aanknopen is het voor de besjes net zo makkelijk om daar vlak na het douchen al mee te beginnen.

Tip: ontwijk ieder oogcontact en GA NIET ZITTEN op een van de bankjes in de kleedkamer.

 

De kamper

Hij woont misschien niet op een woonwagenkamp maar is wel volks. Het zijn de mannen en vrouwen die hun sieraden blijven dragen tijdens het sporten en een lunge een lunch noemen. Ze zijn geneigd commentaar te geven op jouw fitnessoefeningen terwijl ze zelf geen flauw benul hebben, laat staan dat ze de juiste termen kennen. De kamper duikt het liefst na een sportsessie de sauna in (dat is inbegrepen). En hij is de enige die foutparkeert als het parkeerterrein vol is.

Tip: spreek hem over dat laatste NOOIT aan.

 

De stamgast

‘Die is er ook altijd,’ denk je bij binnenkomst. Hij hangt aan de bar, doet mee met elk klasje dat jij ook volgt en als je na een uur weggaat is hij in gesprek met de receptioniste. Hij is de graatmagere gezondheidsfreak, de single nerd die werkelijk iedere les aanwezig is. O ja, hij staat helemaal vooraan want daar heeft hij het beste zicht op de instructrice.

Tip: ze stalken al het Achmea-personeel dus je kunt ze gerust negeren.

 

De spinner

De spinner haal je er meteen tussenuit. Hij of zij draagt de meest afstotelijke kleding (nopschoenen en strakke wielrenbroekjes) en is allesbehalve een wandelend reclamebord voor sport in het algemeen of spinnen in het bijzonder. Toegegeven de bovenbenen zijn vaak strak en de ballonkuiten ook. Maar het is pijnlijk duidelijk dat het bovenlijf er bij spinnen niet aan te pas komt: de ontplofte bierbuiken, muffintops en gebochelde ruggen vieren hoogtij. Of ligt dat gewoon aan het strakke broekje?

Tip: ga niet spinnen.

 

En ik? Ik sleep me al maanden drie keer per week naar de sportschool. Daar volg ik een klasje (sh’bam) of train ik met een personal trainer. Voor grof geld mag zij mij afstraffen als ik de door haar opgelegde oefeningen niet goed uitvoer. Ze is genadeloos. Ik mag op mijn beurt een uur lang keihard (op haar) schelden. Het is de enige manier waarop sporten voor mij werkt. Niks peilers, beloftes en programma’s.