Je valt ermee in slaap of ze houden je warm. Maar dat ze toch een klein foutje van de natuur zijn, daar hoor je dan weer niemand over. Iedere winter stalt Dick, veehandelaar uit de buurt, een twintigtal schapen in het weiland naast onze sloot. De dames arriveren smetteloos maar na verloop van tijd lopen ze in verschillende reetkleuren langs het raam (de ooien zijn gedekt door een ram met een blauw of rood apparaat). Leg dat maar eens uit aan een 4-jarige.
Dick komt regelmatig zijn schapen voeren en checkt meteen of er niet een op z’n rug ligt. Want eenmaal in zo’n positie komt een schaap niet meer overeind.
Ik dacht dat zoiets weinig voorkwam.
Maar die beesten liggen dus verrassend vaak op hun rug.
Je ziet ze worstelen en vechten, ze krijgen met geen mogelijkheid hun volgegroeide middensectie in beweging. Dat is overigens niet hun schuld: het zwaartepunt ligt volkomen verkeerd. Foutje van de natuur of kwestie van te laat geschoren.
‘Oh, je moet ze dan gewoon even rechtop zetten,’ vertelde iemand me ooit op een verjaardag. Duidelijk geen expert. Want als het verwentelde schaap al een tijd zo ligt en je zet ‘m ineens overeind dan kunnen zijn darmen draaien, met als gevolg dat, zoals mijn buurman dat zo mooi zegt: ‘het beest in sien eign maaggas stikt.’ Of zoiets.

Gatver, dat wil ik niet op mijn geweten hebben.
Sinds ik dat weet speur ik trouw elke dag mijn horizon af: op zoek naar vier hoge pootjes. Tot vandaag kwam ik er telkens goed vanaf: als ik er al een ontdekte kon ik óf Dick bellen óf mijn Harry aan het werk zetten. Vanochtend stond ik er echter helemaal alleen voor. Geen telefoon, Harry ziek op bed en het arme schaap zag eruit alsof ze de nacht al woekerend door had gebracht. Ze was roerloos… Ik dacht aan draaiende organen, schoot in paniek maar deed mijn laarzen aan. Daar ging ik: hup over de sloot, dapper als een Stien Struis het weiland in. De rest van de kudde hobbelde mekkerend op me af. Raar toch, dat een soortgenoot ligt te creperen en er geen schaap is die ernaar omkijkt?
Het zielige schaap keek me aan met z’n bolle, gele ogen. Ik verwachtte weerstand maar ze deed niks. Even dacht ik dat ze dood was. Langzaam tilde ik haar drassige, natte lijf aan de achterkant wat omhoog en zette haar op haar (rode) kont. Ik moest uiteindelijk gehurkt achter haar zitten omdat spierpijn me parten speelde. Geduldig wachtte ik tot ik het arme schaap weer op vier poten kon zetten, zonder dat het zou stikken. Maar hoe lang is dat? En waarom vertellen ze je dat er nooit bij? Toen de ooi ineens kuchte en er wat beweging in kwam, kon ik haar helemaal overeind zetten. Ze liep wat moeilijk in het begin maar ik kan haar nu al niet meer in de kudde roodkonten ontdekken.

Ik hoop dat de winter snel voorbij is.

 

Drachtig schaap in onmacht (verwenteld, op de rug) - Pregnant sheep on it's back
(foto: Meindert van Dijk)