‘Ciao, bellissima. Che piccola bimba!’, dat is de zoveelste die mijn 2-jarige meisje streelt. Zij is het blondst en daarmee heeft ze een grote voorsprong op de oudste. Hoe blonder, hoe mooier. Madonna, wat houden ze hier van de kleintjes. Je krijgt geen scheve gezichten als je een winkel binnenstapt met een buggy, geen veroordelende blikken wanneer je kind witheet wordt omdat het zijn zin niet krijgt. Bij binnenkomst in een restaurant liggen de soepstengels voor de kinderen eerder op tafel dan dat jij je stoel kunt aanschuiven. Qua driftbuien en jankpartijen zijn ze hier wel wat gewend, de Italiaan vertroetelt zijn kroost. De kleuters zijn koning. Misschien is de gemiddelde Italiaan daarom wel immuun voor het soms ongepaste gedrag van toeristenkindjes.
Tesoro, amore mio, stellina; de zoete koosnamen vliegen de kinderzieltjes om de oren. Nee zeggen is not done en al helemaal niet wanneer het kind een knap gezichtje heeft. Want dit is wel het land van la bella figura.
Italianen verafgoden kinderen. Het is een verademing vergeleken bij de Nederlanders. Want wij houden voornamelijk van onze eigen kinderen. Geef toe, niemand vindt het leuk als je een avond uitgaat zonder het gespuis en dan nog naast een jengelende baby moet zitten, toch?
Italianen hebben daar geen moeite mee, die houden van tutti i bambini.

Mijn meisjes vinden op vakantie in Sicilië al die plotselinge aandacht het einde. Bij elke kassa krijgen ze iets extra’s mee: een knuffel, een popje of wat snoep. Puck mag op kerstavond zelfs een hele taart uitzoeken van een nonno in de pasticceria waar wij espresso drinken. Omdat, zo zegt hij, zij zo dolce en meravigliosa is. Zij straalt en al verstaat ze hem niet, ze begrijpt alles.
Harold vindt al die aandacht voor zijn dochters nogal overdreven.
‘Ze hoeven toch niet meteen zo aan ze te zitten?’
Ik vind mijn eigen kinderen ook leuker dan die van een ander. Daarin ben ik typisch Nederlands. Toch houd ik meer van de Italiaanse aanpak. En dat is niet omdat ik toevallig de taal spreek, saltimbocca mijn favoriete gerecht is en ik soms snik bij Bobby Solo’s una lacrima sul viso.
Ooit was ik hier zelf een kind. Ik leerde van mijn maestra Teresa op mijn vijfde schrijven en droeg een uniform naar school (wit met blauwe strik). Ik werd voor het eerst verliefd (op Sandokan, la tigre della Maleisia). Dorpelingen zaten aan mijn witblonde haren of knepen in mijn kin. Ze gaven me ijsjes, pennen en schoolschriften. Gewoon omdat ik een bambina was.
Ik voelde me een bijzonder prinsesje.
 
Mijn zelfbeeld is in Nederland nooit meer zo goed geweest.

IMG_1010
 
IMG_5783