Hoe ik het ook probeer, het lukt niet. Ik wil het eren en laten zoals het was: warm, zacht en fijn. Maar in de nasleep van de break-up is er zoveel ruis op de lijn dat alle herinneringen een andere kleur krijgen.
Net nu ik na het voelen van gemis en verdriet een beetje aan het bijkomen ben, verstikt zijn negatieve deken me. Ooit was het liefde en dat blijft. Althans bij mij. Al laat je elkaar los, want ook dat is liefde, een stuk houdt stand. Ik kan niet anders en koester het.
Helaas is dat deze keer ontzettend moeilijk. Dankzij social media kun je bijna niet meer aan elkaar ontkomen. Ondanks een blokkeer-knop geeft een flinterdunne link al een kijkje in het leven van de ander. Eerst kwamen verwijten, daarna overweldigende boosheid. De aantijgingen kwetsen me diep, juist omdat hij nog aan mijn hart gaat. Haat is rauw.

 
Ik begin overal aan te twijfelen. Aan onze liefde, hem en misschien wel het ergste: aan mezelf. Kent hij me dan echt zo slecht? Gaf ik zoveel aanleiding tot jaloezie? In het begin pikte hij me elke dag na mijn werk van het station op. Dat vond ik zo zoet… of was dat, achteraf gezien, puur om mijn gangen na te gaan? Want zo blij was hij niet wanneer hij me dan begroette. Ben ik naïef dat ik er met een goed gevoel op terug wil kijken?
 

Thuis, als ik alleen ben voel ik de zwaarte. Toch maak ik het, ook voor mezelf, enigszins gezellig. Ik ben mateloos bezig, al is het keurig binnen de huiselijke lijntjes. Zo steek ik niet drie maar twintig kaarsen aan en eet ik geen koekje maar twee flinke Bossche bollen bij een soepkom vol cappuccino. Gek genoeg heb ik amper zin de kroeg in te duiken, me te bezatten. De gedachte alleen is al vermoeiend.
En de kinderen? Die merken er weinig van, behalve dat er wat vaker klassieke muziek opstaat. Vooral de dissonanten van Chopin troosten me. Het is precies genoeg voor het verdriet dat aan de oppervlakte ligt, en raakt het drama dat daaronder ligt lekker niet aan. Ik blijf het luisteren, ondanks de rollende ogen en het protest: Jezus mam, mag dat uit?! Wat een zielig geluid, van mijn oudste.
 

Afgelopen week hoorde ik van meerdere mensen dat ik er relaxter uitzie. Misschien omdat ik niet meer op mijn tenen loop en me een stuk minder bezighoud met een taaie toekomst? Een toekomst die, ondanks dat het compleet anders ingekleurd wordt, er altijd is. Daar ben ik dankbaar voor. Eerst wil ik de geschiedenis eer aan doen. Het gekonkel laten rusten. Want ik ben nog lang niet toe aan een nieuwe kleurplaat.