IMG_6871
 
“Mam, heb jij mijn gympen gezien?”
Ik raap alles bij elkaar. Sleutels: check. Zakdoekjes: check. Waar is toch het cadeau? Ik heb het weken geleden gekocht. Nu de meiden en ik twee huishoudens hebben, zijn we altijd iets kwijt.
“Maaam, Charlie trekt gewoon mijn haar eruit, ze heeft het in haar vuistje. Kijk dan hoeveel eruit is!”
Ik heb me er zo op verheugd. De baby van mijn vriendin is eindelijk geboren, het is een jongetje. Een dosis moederliefde, de geur opsnuiven van een pasgeboren baby… ik kan wel wat oxytocine gebruiken. Bovendien: ik wil uit de scheiding-rompslomp.
“Mama… mag ik voorin?”
“Nee, dat is gemeen. Ik ben aan de beurt, dat heeft papa gisteren zelf beloofd.”
De een kan zijn sjaal niet vinden, de ander duwt de lapjeskat bijna tussen pui en voordeur. IK WIL NU WEG. Gelukkig ligt het cadeau keurig in de gangkast op ons te wachten. Tijdens het achteruitrijden ontdek ik in de spiegel het met chocola besmeurde gezicht van Charlie. Zodra ze mijn geïrriteerdheid ziet zegt ze: “Wat?” Ze haalt de schouders op: “Het is gewoon een stukje KitKat, zelf gevonden in de gang.” Zij lacht, ik niet. Want ik heb stress, we zijn te laat. Pff….
“Wat is er mama?”
Dat is Puck, de oudste, die zit naast me want papa heeft het beloofd. Ze is hoog sensitief en dat is nu (heel egoïstisch weet ik) best irritant. “Jij kunt er niets aan doen lieverd, laat me maar even.”

 

Hidde, het wezentje met de grote ballen en kleine penis (hét gespreksonderwerp tijdens de autorit) is puur en klein. Mijn vriendin legt haar zoon apetrots in mijn armen. Wat een rust. Het is alsof iemand een klankschaal gebruikt of een mantra bromt. Zijn lichaampje voelt als het universum: licht en toch is het alles. Hij droomt zacht in mijn armen, de spieren van zijn gesloten oogleden bewegen met kleine schokken. Heerlijk. Ik sluit de ogen en hoor mijn ademhaling. De meisjes zijn beneden rustig aan het kleuren. Op het moment dat ik het me bedenk hoor ik een ijzige gil op de trap: “MAMAMAAA… help een SPIN…”
Hidde schrikt, hij heeft de oogjes wagenwijd open en spert zijn armen: klaar voor een vrije val. In één ruk grijpt mijn vriendin haar teerling uit mijn oncomfortabele schoot. Ik loop naar Charlie en leg uit dat ze zachtjes moet praten als een baby slaapt. Ik zie de spin. Hij is inderdaad angstaanjagend, hij is gigantisch.
Beneden bij de voordeur, keurig op de mat, staat de volgende visite al klaar. Het is de koude buurvrouw. “Ik kom juist altijd zonder kinderen op bezoek, want die kleintjes geven zoveel onrust” hoor ik haar zacht maar net hard genoeg tegen de kraamhulp zeggen. Met een opgetrokken wenkbrauw kijkt ze naar Charlie die haar in twee verschillende regenlaarzen voorbij huppelt. Ik besluit de sneer te negeren, haar negatieve karma is niet bepaald uitnodigend.
“Kom we gaan.”
“Nu al?” vraagt Charlie beteuterd.
Puck is verbazingwekkend snel en zit als eerste in de auto. Maar ze is haar kleurboek vergeten. Ik loop terug, gelukkig staan beide deuren een beetje open. De buurvrouw, die half in de woonkamer staat, hoort me niet binnenkomen.
“Ok, scheiden gebeurt wel vaker” oppert ze tegen de kraamhulp. “Maar vader is toch piloot? Dan kun je je toch zeker wel een paar goede kinderlaarzen veroorloven?”

Ik gris het boek van tafel en kuch hard, draai me om en doe zachtjes de deur dicht.
“En?” vraagt Puck, zodra ik de autodeur opengooi, “was die mevrouw eigenlijk wel aardig?”
“Nee” lach ik. “Maar ik heb je kleurboek. En nu gaan we patat halen.”