FullSizeRender

 
‘Zeg, wat hoorde ik: heeft iemand vandaag een jongen geschopt?’
Ik schep groente op en probeer mijn insinuerende vraag objectief te stellen. Iets wat jammerlijk mislukt want Charlie staat ineens rechtop in de kinderstoel en steekt haar vinger in de lucht.
‘Ikke’, zegt ze. Ze glimt trots.
Mijn vader, die aan het hoofd van de tafel zit, wendt zijn gezicht af. Hij probeert een besmuikte lach te onderdrukken.
‘Waarom eigenlijk?’ vraag ik mijn dochter.
‘Ik wilde er langs en hij stond in de weg. Ik zei: “Aan de kant Jack!” En dat deed hij niet.’ Punt.
Ze gaat zitten en stort zich op het eten.
Twee turven hoog, drie jaar oud. De blonde prinses is fierce.

Na een paar jaar ervaring met lieve Puck, dacht ik te weten hoe je als moeder met een meisje moet omgaan. Krap drie jaar later was daar Charlie. Weliswaar een meisje, maar eentje die uit compleet ander materiaal is opgebouwd dan mijn oudste.
Het huilen van Charlie was in de babytijd al anders dan van Puck, die veel en makkelijk huilde, maar na de nodige troost rustig en tevreden was.
MissFierce niet. Haar gehuil was eerder een mix van frustratie en ongeduld dan van angst of verdriet. Eerst was er de frustratie van net niet bij de speeltjes kunnen en daarna brak de volgende hel los. Charlie wilde lopen en de wereld ontdekken. En dat lukte. Het glazen servies, keukenkastjes, stopcontacten, de hond; niks was veilig in huis. Ik weigerde een moeder te zijn die alles aan de kant schuift of achter een (kinder)slot plaatst: ze moest het nu eenmaal leren. Maar nondeju, wat was ik er druk mee.
Grenzen werden met reuzensprongen en in een moordend tempo overschreden. Daar waar ik Puck (nog) moet stimuleren voor zichzelf op te komen kon ik Charlie als dreumes al vermanend toespreken wanneer ze bij de opvang, overigens in alle kalmte, bij de baby’s die in de wipper zaten de speen eruit trok.
 
Als ze boos is vliegt er van alles door het huis, het kost me soms moeite niet de strijd aan te gaan. In je gezicht spugen, duwen en slaan: het zal er allemaal bij horen maar zoiets heeft mijn oudste nooit geprobeerd. Puck zegt tegenwoordig als ze de bui bij haar zusje ziet hangen: ‘Mama, doe nu maar gewoon wat ze wil, anders trapt ze straks weer tegen de bank of zo…’
Bij Puck hoef ik alleen mijn stem te verheffen (of te verlagen) voor het gewenste effect. Charlie heeft lak aan die nuances.
Toch kan ze ook ontzettend lief zijn. Ze is gek op knuffelen en is voorzichtig met dieren. Haar mensenradar is bijzonder scherp afgesteld. Knuffels, erkenning of aandacht hoef je bij haar niet te halen.
Ze is niet op de wereld gezet om een ander een goed gevoel te geven.
Charlie is er voor zichzelf. Ze is ervan overtuigd dat ze er mag zijn en geef haar eens ongelijk?
Op momenten dat ik het niet verwacht duwt ze haar kin tegen mijn borst en zegt: ‘Ik vind je lief.’ Als ik haar naar bed breng zegt ze soms: ‘En nu wil ik jou knuffelen.’ Dan mag ik haar zelf niet omhelzen. Nee, zij knuffelt mij.
 
Als ze die avond in bed kruipt realiseer ik me dat we het onderwerp niet echt hebben afgesloten.
‘Charlie, heb je eigenlijk wel sorry gezegd?
‘Waarvoor?’
‘Voor het schoppen van Jack.’
‘Nee. Want gisteren heeft hij een fiets afgepakt. Het is gewoon een hele stomme jongen. Echt, mama.’
‘Dat snap ik, maar als iemand iets afpakt dan ga je naar de leidster. Hij mag dat niet doen en jij mag hem niet schoppen als hij in de weg staat.’
We knuffelen, ik geef haar een zoen en trek aan het muziekdoosje.
Als ik de deur dicht wil doen, hoor ik: ‘Mama!’
‘Ja?’
‘Als ik maar niet met hem moet knuffelen…’
‘Nee, lieverd. Dat bepaal je altijd zelf.’
Ze lacht, duwt haar hoofd in het kussen en zucht.
Soms is het best lastig Charlie te zijn.
 

IMG_7888